Kaartenset voorzetsels

40 kaarten met voorzetsels: 20 kaarten met tekst en 20 zonder tekst

Gebruik de kaarten om voorzetsels actief of passief in te oefenen:

– leg de kaarten zonder tekst open op tafel en de kaarten met tekst op een gedekte stapel. Trek om beurt een kaart van de gedekte stapel en benoem waar het konijn staat. De andere speler zoekt de juiste kaart.

– de spelleider plaats een scherm tussen de spelers en verdeelt de kaarten over de spelers. 1 speler krijgt de kaarten met tekst, de andere de kaarten zonder tekst. Neem om beurt een kaart en vertel waar het konijn staat. De andere speler zoekt dezelfde kaart. Controleer of dezelfde afbeelding werd gekozen.

– trek om beurt een kaart en vertel waar het konijn staat. De andere speler voert de opdracht uit bij een doos of stoel en oefent voorzetsels in vivo.

– trek om beurt een kaart en formuleer hiermee een opdracht met een konijn en een doos voor de andere speler  vb. zet het konijn onder de doos

Variant: combineer de kaarten ook met andere concrete materialen.

– gebruik de kaarten als extra visualisatie bij het formuleren van zinnen wanneer geen of foutieve voorzetsels gebruikt worden

Extra handig: elk voorzetsel zit 2 keer in de kaartenset waardoor kinderen niet kunnen valsspelen bij het geven van een opdracht 😉